Spoorlijnflora
3 participants
Forum lie au site www.velo-ravel.net :: Divers - Various - Verschiedene :: Divers - Various - Verschiedene
Page 1 sur 1
Spoorlijnflora
Het is bekend dat langs de spoorlijnen heel wat exotische plantensoorten groeien. Ze kwamen mee met de goederen die aangevoerd werden uit verre streken. Maar er ontstond ook een zeer aparte flora van metaal en beton: signalen, kilometerpalen en zoveel meer typische ‘spoorlijnflora’.
Zowat een halve eeuw geleden werden talrijke spoorlijnen buiten gebruik gesteld, in België ongeveer 1600 km.
Velen kregen een nieuwe bestemming als fietspad.
De sporen en dwarsliggers werden uitgebroken, een asfaltlint kwam over de keien (‘ballast’).
In Vlaanderen werd jammer genoeg ook de ‘spoorlijnflora’ verwijderd.
Wallonië deed het beter. Langs hun RAVeL-routes bleven tal van deze resten bewaard.
Bovendien besteedt het Gewest elk jaar een flink bedrag aan de verdere uitbouw tot een coherent netwerk.
In tegenstelling tot Vlaanderen zijn het lange trajecten, doorheen een ongerepte natuur, met viaducten en tunnels.
Langsheen deze routes vind je zowel kilometer- als hectometerpaaltjes.
De kilometers werden geteld vanaf het vertrekpunt van de lijn: een belangrijk station of een splitsing.
Hectometerpaaltjes hebben een kilometeraanduiding bovenaan met daaronder de hectometers.
Een nieuwe soort verschijnt in de streek van Trois-Ponts, met nummers zoals TP 353. Deze zijn nuttig in noodsituaties : bij een val bv kan je deze locatie doorgeven aan het noodnummer 112.
Het naderen van een signaal werd aangekondigd door een baken: een betonnen paal met schuine strepen. Hoe minder strepen, des te nabijer het signaal.
Dat signaal kon een eenvoudig bord zijn met de tekst ‘STOP’, voor een overweg bijvoorbeeld.
Het konden ook seinpalen zijn met een of twee armen. Al naar gelang hun stand moest de trein stoppen, vertragen of doorrijden.
Die armen waren verbonden door kabels met een seinhuis; het was zware arbeid om die te bedienen.
Aan drukke overwegen bevonden zich wachtershuisjes: bij het naderen van een trein draaide de wachter de ‘bareel’ naar beneden.
Wie een onbewaakte overweg wil oversteken wordt enkel gewaarschuwd door het specifieke Andreaskruis.
Dan werd de machinist wel verwittigd met het bord SF05: de afkorting van “Sifller-Fluiten rijden aan 5 km/u”
De meeste haltes hadden geen stationsinfrastructuur maar enkel een eenvoudig schuilhuisje, zoals onze bushaltes, maar van beton.
In de grotere stations was een ‘goederenkoer’ aanwezig: een gebouw waar geladen en gelost kon worden. Om te weten hoe hoog een wagon mocht geladen worden – om zonder ongelukken onder bruggen en door tunnels te rijden – diende een laadmal.
Vandaag is het goederenvervoer grotendeels overgeheveld naar de weg. De goederensporen en –koer werden meestal omgevormd tot parking voor pendelaars.
De spoorwegen bleven voor een deel bestaan. Bijna helemaal verdwenen zijn de buurtspoorwegen, waarop de trams reden.
Die verbonden de dorpjes met de ‘grotere’ spoorlijnen en liepen meestal langs of op bestaande wegen. De afstand tussen de sporen was slechts 1m (tegenover 1,435m) wat kortere bochten en goedkopere infrastructuur toeliet; hun bedding verdween later in de wegenis.
In het heuvelig landschap van Wallonië was het voor de buurtspoorlijnen niet altijd mogelijk de weg volgen.
Treinen en trams hadden moeite met hellingen van meer dan 2%, dus kronkelde de lijn rond de heuvels omhoog.
Een mooi voorbeeld daarvan is tramlijn 451 van Olloy naar Oignies, nu een schitterend fietspad doorheen de bossen, nabij de Franse grens.
Zowat een halve eeuw geleden werden talrijke spoorlijnen buiten gebruik gesteld, in België ongeveer 1600 km.
Velen kregen een nieuwe bestemming als fietspad.
De sporen en dwarsliggers werden uitgebroken, een asfaltlint kwam over de keien (‘ballast’).
In Vlaanderen werd jammer genoeg ook de ‘spoorlijnflora’ verwijderd.
Wallonië deed het beter. Langs hun RAVeL-routes bleven tal van deze resten bewaard.
Bovendien besteedt het Gewest elk jaar een flink bedrag aan de verdere uitbouw tot een coherent netwerk.
In tegenstelling tot Vlaanderen zijn het lange trajecten, doorheen een ongerepte natuur, met viaducten en tunnels.
Langsheen deze routes vind je zowel kilometer- als hectometerpaaltjes.
De kilometers werden geteld vanaf het vertrekpunt van de lijn: een belangrijk station of een splitsing.
Hectometerpaaltjes hebben een kilometeraanduiding bovenaan met daaronder de hectometers.
Een nieuwe soort verschijnt in de streek van Trois-Ponts, met nummers zoals TP 353. Deze zijn nuttig in noodsituaties : bij een val bv kan je deze locatie doorgeven aan het noodnummer 112.
Het naderen van een signaal werd aangekondigd door een baken: een betonnen paal met schuine strepen. Hoe minder strepen, des te nabijer het signaal.
Dat signaal kon een eenvoudig bord zijn met de tekst ‘STOP’, voor een overweg bijvoorbeeld.
Het konden ook seinpalen zijn met een of twee armen. Al naar gelang hun stand moest de trein stoppen, vertragen of doorrijden.
Die armen waren verbonden door kabels met een seinhuis; het was zware arbeid om die te bedienen.
Aan drukke overwegen bevonden zich wachtershuisjes: bij het naderen van een trein draaide de wachter de ‘bareel’ naar beneden.
Wie een onbewaakte overweg wil oversteken wordt enkel gewaarschuwd door het specifieke Andreaskruis.
Dan werd de machinist wel verwittigd met het bord SF05: de afkorting van “Sifller-Fluiten rijden aan 5 km/u”
De meeste haltes hadden geen stationsinfrastructuur maar enkel een eenvoudig schuilhuisje, zoals onze bushaltes, maar van beton.
In de grotere stations was een ‘goederenkoer’ aanwezig: een gebouw waar geladen en gelost kon worden. Om te weten hoe hoog een wagon mocht geladen worden – om zonder ongelukken onder bruggen en door tunnels te rijden – diende een laadmal.
Vandaag is het goederenvervoer grotendeels overgeheveld naar de weg. De goederensporen en –koer werden meestal omgevormd tot parking voor pendelaars.
De spoorwegen bleven voor een deel bestaan. Bijna helemaal verdwenen zijn de buurtspoorwegen, waarop de trams reden.
Die verbonden de dorpjes met de ‘grotere’ spoorlijnen en liepen meestal langs of op bestaande wegen. De afstand tussen de sporen was slechts 1m (tegenover 1,435m) wat kortere bochten en goedkopere infrastructuur toeliet; hun bedding verdween later in de wegenis.
In het heuvelig landschap van Wallonië was het voor de buurtspoorlijnen niet altijd mogelijk de weg volgen.
Treinen en trams hadden moeite met hellingen van meer dan 2%, dus kronkelde de lijn rond de heuvels omhoog.
Een mooi voorbeeld daarvan is tramlijn 451 van Olloy naar Oignies, nu een schitterend fietspad doorheen de bossen, nabij de Franse grens.
Re: Spoorlijnflora
De uitleg klopt volledig maar op de eerste foto staat geen hectometerpaal. Het is een blok met bovenop het logo van de Belgische spoorwegen, meestal een spoorwegbout met daarop de letter 'B', dat diende om de afbakening van de spoorlijn aan te duiden.
Deze blokken stonden normaal langs beide kanten van de spoorlijn en tussen die blokken mocht niets gebouwd worden.
Tegenwoordig zijn het nog kleine vierkante blokjes die net boven de grond uitsteken die deze grens aanduiden.
Hectometerpaaltjes zien er als volgt uit, al naargelang van de spoorlijn waarlangs ze staan:
(Lijn 109)
(Idem als bovenstaande, maar in het blauw met witte letters langs lijn 45 in Trois-Ponts)
(Duitse kilometersteen in Raeren langs lijn 48)
(Lijn 45 bij Waimes)
(Lijn 141, de moderne variant zonder kilometeraanduiding)
(Gewone vierkante paal op lijn 163 tussen Bourcy en Gouvy)
De kilometerpalen zijn meestal grote palen met een groot driehoekig blok erop zoals deze langs lijn 126:
Deze blokken stonden normaal langs beide kanten van de spoorlijn en tussen die blokken mocht niets gebouwd worden.
Tegenwoordig zijn het nog kleine vierkante blokjes die net boven de grond uitsteken die deze grens aanduiden.
Hectometerpaaltjes zien er als volgt uit, al naargelang van de spoorlijn waarlangs ze staan:
(Lijn 109)
(Idem als bovenstaande, maar in het blauw met witte letters langs lijn 45 in Trois-Ponts)
(Duitse kilometersteen in Raeren langs lijn 48)
(Lijn 45 bij Waimes)
(Lijn 141, de moderne variant zonder kilometeraanduiding)
(Gewone vierkante paal op lijn 163 tussen Bourcy en Gouvy)
De kilometerpalen zijn meestal grote palen met een groot driehoekig blok erop zoals deze langs lijn 126:
Jurgen- Messages : 106
Date d'inscription : 25/04/2011
Plateau tournant
Ancienne plateau tournant RAVeL L48 Steinbach Saint-Vith
Alors pour montrer ce que c'est un plateau tournant (vidéos prise sur le chemin de fer de la baie de Somme - train touristique)
A la main
Electique
Alors pour montrer ce que c'est un plateau tournant (vidéos prise sur le chemin de fer de la baie de Somme - train touristique)
A la main
Electique
Pour remplir les locomotives a vapeur
RAVeL
Dernière édition par velo-ravel.net le Sam 11 Mai 2013 - 20:19, édité 1 fois
Les wagons transformé en café - restaurant
RAVeL
Dernière édition par velo-ravel.net le Sam 11 Mai 2013 - 20:19, édité 1 fois
Les locomotives exposées
Autour du terril de Méricourt (France) non loin de voie verte Avion – Méricourt – Rouvroy – Hénin-Beaumont
Musées en plein air (et gratuit)
L3103 Pronsfeld - Wasweiler - Pronsfeld
L3100 : Pronsfeld - Prüm (Allemagne)
Re: Spoorlijnflora
@ Luc: La photo du pompe et le wagon se trouve sur la ligne 45, le Vennbahn, pas la ligne 38.
Jurgen- Messages : 106
Date d'inscription : 25/04/2011
Re: Spoorlijnflora
Ben oui j'étais distrait !Jurgen a écrit:@ Luc: La photo du pompe et le wagon se trouve sur la ligne 45, le Vennbahn, pas la ligne 38.
mais bon je dirais que c'est plutôt la 48. La pompe à Raeren et le wagon aà Leykaul près des draisines.
Re: Spoorlijnflora
Haha, il me sens que j'étais distrait moi même. Bien sûr c'est la ligne 48.
Jurgen- Messages : 106
Date d'inscription : 25/04/2011
Forum lie au site www.velo-ravel.net :: Divers - Various - Verschiedene :: Divers - Various - Verschiedene
Page 1 sur 1
Permission de ce forum:
Vous ne pouvez pas répondre aux sujets dans ce forum