fietssnelwegen -FietsGEN/RER velo

Samen met de aanleg van de nieuwe tramsporen werd ook de Woluwelaan volledig heraangelegd. Dat was een straat die uitnodigde het gaspedaal diep in te duwen, met beperkte voorzieningen voor fietsers en voetgangers.
Door een andere indeling met onder meer smallere rijstroken worden automobilisten gedwongen trager te rijden. De maximaal toegelaten snelheid daalt ook van 70 naar 50 km/u.
Terwijl de auto ruimte verliest komt er meer plaats voor fietsers: aan de twee kanten van de straat ligt een breed fietspad. Een van de fietsstroken is aangelegd als fietssnelweg, de route is namelijk een onderdeel van het fiets-GEN. Dat is een netwerk van fietswegen in en rond Brussel.

Si le projet a été développé sur papier, il tarde toutefois à être mis en œuvre sur le terrain.
Le RER vélo doit répondre à divers critères de qualité :

la sécurité (le plus possible hors du trafic, bien éclairé, contrôle social fort...)
le caractère direct (itinéraires rectilignes, arrêts minimes)
la continuité (qualité constante, sans chaînons manquants).
le confort (largeurs, revêtement, déclivité limitée, grands angles de braquage...)
l'attrait (forte visibilité, qualité de l'air...)
l'intégration dans le domaine public (revalorisation de l'espace public, partage de l'espace en zone urbaine).


Carte des routes prioritaires RER vélo:




Une étude réalisée en 2012 a permis de définir 15 routes prioritaires en raison de leur potentiel, soit 400 kilomètres d'itinéraires cyclables dont certains longent les voies de chemin de fer.

En 2018, le réseau est officiellement inscrit dans le Plan Régional de Développement Durable. Entretemps, certains tronçons ont été aménagés (souvent en voies cyclo-piétonnes) tandis que d'autres ne sont désormais plus exploitables.

En septembre 2018, Beliris annonce qu'une enveloppe de 8,8 millions d'euros est allouée au projet de RER-vélo à Bruxelles, pour la période 2018-2019.
Dans un premier temps, le financement sera consacré aux études techniques.

Les 4 routes visées en priorité sont la route 5 (L36 - L124), la route 10 (moyenne ceinture), la route 12 (L26) et la route 14 (L28).




Le GRACQ se réjouit de ces financements très attendus, et attire l'attention sur trois points particuliers :

la nécessité d'affecter du personnel spécifique (et en suffisance) à cette tâche
la nécessité de réserver dès les espaces nécessaires à la concrétisation du réseau, notamment en refusant de délivrer des permis qui ne tiendraient pas compte du futur RER-vélo. Certains tracés initialement retenus pour établir le réseau ne sont aujourd'hui plus envisageables, et nécessiteront de dévier ponctuellement l'itinéraire, compromettant l'efficacité du réseau.
la nécessité de prévoir des aménagements correspondant effectivement au statut de RER vélo, en évitant autant que possible de mêler cyclistes et piétons.

Si le réseau RER-vélo relie principalement Bruxelles à la périphérie flamande, la Wallonie est également concernée. Le potentiel d'une liaison cyclable rapide entre la région bruxelloise et le brabant wallon est bien réel, et les cyclistes n'ont pas manqué de le rappeler aux autorités. En mars 2017, le GRACQ et le Fietsersbond ont remis officiellement au ministre fédéral de la Mobilité une pétition de plus de 5000 signatures réclamant l'établissement de voies cyclables le long des lignes SNCB 124 (Nivelles-Bruxelles) et 161 (Ottignies-Bruxelles).

https://www.gracq.org/sites/default/files/20140110_bxl_rervelo_presentation.pdf
https://www.gracq.org/sites/default/files/20141001_flandre_rervelo_presentation.pdf
https://www.gracq.org/sites/default/files/rervelo-rapportfinal-2012.pdf

(https://www.gracq.org/groupes/rer-velo - florine.cuignet@gracq.org)

zie ook: https://velo-ravel.forumactif.org/t2781-fiets-gen#15946

Elke Van den Brandt, Brussels Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid in de regering Vervoort III:
"Het plan is klaar, maar om de financiering rond te krijgen moet de opdracht van Beliris uitgebreid worden en dat kan alleen maar met een volwaardige federale regering.”

Om het openbaar vervoer te ontlasten tijdens de exitstrategie geeft Brussels minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) meer ruimte aan fietsers. Op belangrijke invalswegen en verkeersassen, zoals de Wetstraat, de Louizalaan en de Keizer Karellaan, sneuvelen baanvakken voor fietspaden. Er komt zo 40 kilometer extra fietspad bij.



Soms permanent, andere tijdelijk voor de duur van de post-coronamaatregelen.
Die fietscorridors moeten bestaande fietspaden op elkaar aansluiten, waardoor pendelaars vanuit Vlaanderen en Wallonië vlot en veilig tot in de binnenstad geraken. Op de Kleine Ring ligt al heel wat fietspad, maar daar wordt gewerkt aan de missing links, zoals aan het Zuidstation.

De middenring wordt ook grondig aangepakt, met onder meer de Generaal Jacqueslaan (waar de werken al gestart zijn), de Reyerslaan, en de Congolaan, waar nog geen sprake is van fietsinfrastructuur. Ook op de middenring sneuvelen baanvakken en/of parkeerstroken voor de fietsinfrastructuur.

"Deze fase van de exitstrategie stelt ons voor grote uitdagingen. Radicale beslissingen zijn dan ook nodig, om te zorgen dat iedereen zich in veiligheid en met voldoende afstand kan verplaatsen", meent Elke Van den Brandt. In een open brief vraagt de minister intussen aan de Brusselaar om solidair te zijn en waar mogelijk zich te voet of met de fiets te verplaatsen.Laat het openbaar vervoer aan zij die het echt nodig hebben. Ben je gezond en fit, en is de afstand die je aflegt niet te hoog, neem dan de fiets. Zo slibt onze hoofdstad niet opnieuw dicht met auto's als scholen, winkels en bedrijven terug opengaan", luidt Van den Brandts boodschap.

(https://www.bruzz.be/mobiliteit/exitstrategie-voor-woon-werkverkeer-40-kilometer-extra-fietspad-2020-04-29)

joverwimp a écrit:Elke Van den Brandt, Brussels Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid in de regering Vervoort III:
"Het plan is klaar, maar om de financiering rond te krijgen moet de opdracht van Beliris uitgebreid worden en dat kan alleen maar met een volwaardige federale regering.”

Het regeerakoord vermeldt samenwerking met de drie Gewesten om de ontwikkeling van fietssnelwegen te bevorderen. Het Fiets-GEN in Brussel wordt dankzij een extra investering via Beliris, verder uitgebouwd. (Voor de andere twee gewesten is de tekst minder duidelijk. Dit kan wel toelaten om in Vlaanderen en Wallonië terreinen naast de spoorwegen te gebruiken voor de realisatie van fietssnelwegen.)

Un état des lieux dressé au début de l'année 2020 nous apprenait que 30 % du réseau disposait d’un aménagement cyclable satisfaisant et 22 %, d’un aménagement à améliorer, et que 48 % du réseau restait à réaliser. 
Dans le cadre des mesures sanitaires, en 2020, 17 % d’aménagements ont été ajoutés au réseau. Ces aménagements provisoires pour la plupart devront aussi être améliorés. Plusieurs projets situés le long du canal sont financés par le Fonds européen de développement régional (Feder) : création de passages sous les ponts de la place Sainctelette, du square Jules De Trooz et Van Praet, amélioration de la chaussée de Vilvorde entre l'avenue Van Praet et la chaussée de Buda. Des microprojets sont à l’étude à d’autres endroits le long de cet axe. Ensuite, quelque 40 kilomètres de pistes ont été aménagés sur le réseau vélo plus. La piste cyclable sur la E40 sera connectée avec sa partie flamande au niveau de l’avenue du Péage. Ces travaux seront exécutés par De Werkvennootschap et financés par la Région bruxelloise. Les travaux se poursuivent sur la Petite ceinture et sur la rue des Palais. Ces axes font également partie du réseau vélo plus. Tous les acteurs - Bruxelles Mobilité, perspective.brussels, les partenaires flamands et wallons, y compris la province du Brabant flamand, et, au niveau fédéral, Beliris, Infrabel et la SNCB - concernés par la mise en œuvre du RER-vélo se retrouvent dans un groupe de pilotage qui se réunit tous les trois mois en présence des représentants politiques. C’est ce même groupe de pilotage qui assure la coordination avec mes homologues de Flandre et de Wallonie. Plusieurs réunions bilatérales ont lieu en parallèle. Elles sont coordonnées par le manager vélo.

http://weblex.irisnet.be/data/crb/biq/2020-21/00108/images.pdf

joverwimp a écrit:Elke Van den Brandt, Brussels Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid in de regering Vervoort III:
"Het plan is klaar, maar om de financiering rond te krijgen moet de opdracht van Beliris uitgebreid worden en dat kan alleen maar met een volwaardige federale regering.”

Met heel wat vertraging is ze er dan: bijakte 14 van Beliris, het federale investeringsfonds voor Brussel. Het gaat om 845 miljoen euro aan federale investeringen in de hoofdstad, in de periode 2020-2022.
De federale en de Brusselse regering hebben de nieuwe Beliris-investeringen voorgesteld. Mobiliteit is de grote slokop, 292 miljoen euro. Jaarlijks gaat er sowieso 50 miljoen euro naar de bouw van metro 3. Nieuw is de aandacht voor fietssnelwegen en de ontbrekende schakels met de fietssnelwegen in Vlaams-Brabant, goed voor een investering van 18 miljoen euro. Er worden vijf nieuwe fietssnelwegen langs treinlijnen bestudeerd, langs de spoorwegen richting Nijvel, Aalst/Dendermonde, Gent, Namen en het westelijk ringspoor.
Opmerkelijk: federaal minister Karine Lalieux (PS) heeft kunnen bekomen dat het jaarlijks bedrag dat naar Beliris gaat, namelijk 125 miljoen euro, voortaan geïndexeerd wordt en dus verhoogt.


Reporter Toon Hendrickx geeft een samenvatting van de vele projecten die Beliris financiert.

Ook de stadsfietser wordt verwend met een heraanleg van de Lambermontlaan in Schaarbeek, de Bockstaellaan in Laken, en een gevel-tot gevel-aanleg van de Gulden Vlieslaan in Elsene.

Er komen verder nieuwe voetgangersbruggen (aan de Abattoir, aan Beekkant en aan het nieuwe Pannenhuispark), een antigeluidswand aan de ring in Anderlecht, een ecoduct en een fietspad aan de Terhulpsesteenweg en er wordt ook geld uitgetrokken voor de nieuwe overstapparking aan het begin van de A12.

https://mobilite-mobiliteit.brussels/nl/zich-verplaatsen/fiets/kies-uw-traject/fietsgen

https://mobilite-mobiliteit.brussels/fr/projets/parkway21

Het Brussels Gewest heeft plannen klaar om het laatste stuk van de A12 om te vormen in een groene promenade. Stadinwaarts blijft er één rijstrook voor auto's over.
De bevoegde administratie Brussel Mobiliteit heeft de aanvraag voor de stedenbouwkundige vergunning al ingediend. Hoewel er nog infovergaderingen voor de buurtbewoners volgen, verwacht de overheid geen grote moeilijkheden. De hoop is dat de vergunning binnen zes maanden rond is, zodat de werken in 2022 kunnen starten, die zouden ongeveer drie jaar duren.
Concreet gaat het om een strook van drie kilometer tussen de grens met Vlaanderen en het kanaal, ter hoogte van de Van Praetbrug. Deze strook omvat een stuk A12 en R21. Wie daar nu met de wagen passeert, rijdt tegen 120 kilometer voorbij het knooppunt van de Brusselse ring en het Atomium, om ter hoogte van het Amerikaans theater te vertragen en via het koninklijk domein van Laken door te stromen tot in het stadscentrum.
Deze baan wordt smaller en trager. Stadinwaarts gaat het aantal rijstroken van drie naar twee en vervolgens naar één. Zo ontstaat er een trechter. De snelheidslimiet gaat naar 90 en 50 kilometer per uur. Staduitwaarts blijven twee rijvakken over.
De bedoeling is om de openbare ruimte terug te geven aan de inwoners. Tegelijk moet de overlast van het autoverkeer omlaag.
"In cijfers gaat het om meer dan 14 hectare die rechtstreeks herwonnen worden door ze om te vormen tot een groene ruimte die zich uitstrekt over drie kilometer en zeer goed bereikbaar is met het openbaar vervoer", zegt Hugues Convent, projectleider binnen Brussel Mobiliteit. "Met het oog op een meer stedelijke inrichting wordt het aantal rijstroken beperkt en het wegverkeer zal er toch vlotter verlopen."

Het project vormt bovendien een aanvulling op het MIVB-project voor de toekomstige tramlijn 10 in Neder-over-Heembeek waarover het openbaar onderzoek binnenkort van start gaat.

Beliris, de publieke bouwexpert voor Brussel, lanceert een haalbaarheidsstudie voor 3 potentiële fietsroutes om het fietsnetwerk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uit te breiden. Er wordt gestreefd om de studies begin 2022 rond te krijgen.

Om te zorgen dat fietsers en andere actieve weggebruikers zich vlot en veilig doorheen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen verplaatsen, wordt het fiets-GEN, een gewestelijk expresnet voor fietsers, uitgebouwd.

Cyclostrades zijn vlakke, brede paden, met zo weinig mogellijk onderbrekingen, waar het aangenaam fietsen en wandelen is. Het netwerk zal aansluiten op de andere gewestelijke fietssnelwegen om de continuïteit te verzekeren.

De haalbaarheidsstudie onderzoekt de mogelijke trajecten voor toekomstige cyclostrades in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In 2012 werden de eerste lijnen al uitgezet door studiebureau Tridee. Hun studie toonde aan dat de beste locaties voor de cyclostrades te vinden zijn naast spoorwegen en kanalen, en in valleien. Dit resulteerde in een plan met 15 prioritaire lijnen, de eerste potloodtekeningen voor het fiets-GEN. De haalbaarheidsstudie zal deze schets nu omzetten in een uitvoerbaar tracé door de verschillende scenario’s te analyseren op vlak van budget, technische uitdagingen, fietstijden...

Concreet worden er onderdelen van 3 routes bestudeerd: Dilbeek-Brussel, Leuven-Brussel en Anderlecht-Brussel-Noord. Voor de eerste wordt gekeken naar een traject langs spoorlijn L50 tussen het Boudewijnpark in Jette en de Bockstaellaan. De route Leuven-Brussel zou langs spoorlijn L36 kunnen lopen tussen de Haachtse steenweg in Haren en het station van Schaarbeek. En de derde route situeert zich in Anderlecht langs spoorlijn L28 tussen metrostation Jacques Brel en het oud station van Kuregem.

De studieopdracht werd in januari 2021 toevertrouwd aan het gespecialiseerd ontwerpbureau Omgeving, in samenwerking met Mint, ABO en D+A. Hun voorgesteld stappenplan en methodologie laat toe om samen met alle betrokken partijen zoals Beliris, Brussel Mobiliteit, MIVB, Leefmilieu Brussel, Infrabel en de gemeentes, een goed onderbouwde keuze te maken. De studie zal de basis vormen voor verdere projectstudies en realisaties.
https://www.beliris.be/files/files/Projets/rer-velo/Carte_projet_rer_v-lo.pdf

Nu Velo+ netwerk, vroeger bekend als het FietsGEN
https://mobilite-mobiliteit.brussels/nl/zich-verplaatsen/fiets/kies-uw-traject

Le lundi 11 septembre, Bruxelles Mobilité présentera la version finale du projet de réaménagement de l’avenue de Tervueren. Les cyclistes sont inquiets : dans ses versions préliminaires, le projet propose bien des aménagements cyclables, mais ceux-ci ne répondent pas aux besoins identifiés par les cyclistes locaux.

La construction de pistes cyclables le long de l’avenue de Tervueren pourrait, a priori, sembler une bonne nouvelle pour les cyclistes qui attendent depuis de longues années que région et communes s’accordent enfin sur un projet de réaménagement pour le tronçon entre Mérode et Léopold II. Et pourtant...

Fidèle à ses principes et à sa vision, le GRACQ réclame des aménagements qui non seulement profitent à tous les cyclistes, mais s'avèrent également capables de soutenir le long terme. Et c’est là que le bât blesse : non seulement le projet ne développe aucune vision de long terme, mais il ne permet aucune possibilité d’évolution. Le manque d’ambition est d’autant plus consternant que le tronçon concerné fait partie d’un axe majeur du réseau cyclable (cyclostrade) et devrait dès lors s'inscrire dans une vision stratégique globale.
Une simple amélioration par rapport à la situation actuelle n’est pas acceptable, au regard des travaux qui seront engagés et profileront le visage de l’avenue pour les décennies à venir.

La région a sacrifié la qualité de l'aménagement cyclable à certaines exigences des communes. La première : le maintien de l'intégralité du stationnement motorisé. Cette première exigence semble même primer sur le trafic en circulation. La seconde : le refus d'un aménagement bidirectionnel. Cette seconde exigence ne repose sur aucune motivation réelle, puisqu'il a été démontré qu'il était possible de réaliser un aménagement bidirectionnel dans de bonnes conditions de sécurité. Un aménagement cyclable au rabais pour préserver l'ensemble du stationnement alors même qu'on se situe sur le réseau cyclable structurant : le projet prend donc le contrepied du principe STOP, pourtant réglementaire en région bruxelloise.

Il reste que le projet comporte aussi de très bons points, en particulier une séparation claire des cyclistes et piétons/usagers de la STIB à Mérode, ainsi que la réalisation d’un rond-point "à la hollandaise" à Montgomery.
Le projet mérite davantage d'ambition !

Ce lundi 11 septembre, le projet sera présenté aux citoyens : il est important d'y défendre un projet ambitieux, qui prenne vraiment en compte les besoins des personnes qui utilisent le vélo ainsi que l’augmentation de la pratique du vélo.

Dans les versions préliminaires du plan, les cyclistes locaux ont pu relever les principaux points suivants :

Piste cyclable unidirectionnelle côté sud. Le GRACQ souhaite une piste bidirectionnelle côté sud : les tronçons en bidirectionnel qui entrecoupent la piste unidirectionnelle démontrent la nécessité pour les cyclistes de pouvoir emprunter l'aménagement dans les deux sens : alterner des tronçons dans un puis deux sens de circulation a peu de sens. De nombreux cyclistes circulent déjà aujourd'hui à contresens (en toute illégalité et sans sécurité), et continueront à le faire si l'aménagement ne correspond pas aux besoins identifiés. La piste côté nord est nécessaire, mais ne permet pas de rencontrer le même niveau de qualité que le côté sud en raison de la présence du tram notamment.

La largeur de l'aménagement. L'aménagement a généralement une largeur de 3 mètres, et est ponctué à plusieurs reprises par des chicanes. Pour les tronçons en bidirectionnel, cette largeur réduite couplée aux chicanes présente des risques pour la sécurité : le projet ne respecte pas les recommandations des guides d'aménagement pour ce type d’aménagement, au regard du flux cycliste.

Séparation claire des cyclistes et des piétons à Mérode. Le trottoir cyclo-piéton fait place à des aménagements distincts pour les cyclistes et les piétons. Cette configuration résout les conflits actuels entre cyclistes et piétons et sécurise les échanges entre bus et métro pour les usagers de la STIB. 

Sécurisation du rond-point Montgomery. Réalisation d’un rond-point "à la hollandaise" à Montgomery le rond-point automobile est doublé d'un anneau cyclable clairement séparé du trafic et prioritaire.

Traversées cyclo-piétonnes. Réalisation de 3 nouvelles traversées cyclo-piétonnes en surface et protégées par feux, afin de faciliter la jonction entre les deux côtés de l’avenue.

Certaines liaisons ou certains mouvement sont trop peu pris en compte et risquent de s'avérer compliqués, notamment pour les nombreux parents qui accompagnent leurs enfants à vélo.

Nouvelles plantations. La verdurisation de l’avenue est en soi une bonne chose. La plantation de nouveaux arbres constitue cependant une contrainte forte par rapport aux possibilités de faire évoluer le profil de l’avenue dans le futur. La maximisation du stationnement implique en outre l'abattage de certains arbres existants pour permettre l'implantation d'une piste cyclable.

Les trottoirs. Les trottoirs bénéficient au final assez peu de cette refonte en "boulevard urbain" et restent relativement étroits à certains endroits. Certaines traversées seront plus complexes à certains carrefours.

Non-respect du principe STOP. Le principe STOP établit une hiérarchie dans la prise en compte des modes de déplacement, en favorisant les modes actifs (piétons puis cyclistes), puis les transports publics, et enfin la voiture privée. Dans ce cas, le maintien intégral du stationnement est le point de départ du projet : il conditionne notamment la largeur de l’aménagement et explique la présence de chicanes. Le projet ne respecte donc pas ce principe règlementaire en région bruxelloise.

https://www.gracq.org/actualites-du-gracq/avenue-de-tervueren-un-projet-du-siecle-passe

Brussel Mobiliteit heeft een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd voor de volledige herinrichting van de Keizer Karellaan. Het project voorziet de aanleg van een stadsboulevard, met meer groen en fietspaden, onder meer tussen de gewestgrens en de kruising met de Dendermondestraat. Daar komt er eentje van vier meter breed, aangesloten op de toekomstige F211.
Er worden 88 fietsstalplaatsen voorzien en dropzones voor deelsteps- en fietsen.

De twee autorijstroken in beide richtingen blijven behouden, met inbegrip van de groene middenberm. Wel komt er een dynamisch coördinatie-en beheerssysteem voor verkeerslichten over de hele as om het verkeer vlotter te laten verlopen. Kruispunten die nu voor opstoppingen zorgen, worden daarbij vereenvoudigd. Voorts worden 165 van de huidige 387 parkeerplaatsen geschrapt voor de aanplanting van bomen.

Les études de faisabilité ont pour objectifs de déterminer très exactement les tracés qui seront empruntés par les itinéraires et le type d'infrastructure envisagé, en fonction des contraintes de terrain.
Elles sont en cours pour 8 tracés :

C2 (Gand - Bruxelles) : entre la frontière régionale et Berchem-Sainte-Agathe et Bockstael à Laeken, le long de la ligne ferroviaire L50.
C3 (Louvain - Bruxelles) : entre la frontière régionale située à la chaussée de Haecht à Haren et la station de métro Rogier.
C205 (La Hulpe - Bruxelles) : entre la frontière régionale et la gare de Watermael, le long de la ligne ferroviaire L161.
C207 (Rhode-Saint-Genèse - Bruxelles) : entre la frontière régionale à Uccle et la gare d'Uccle Stalle, le long de la ligne ferroviaire L124.
C209 (Denderleeuw - Bruxelles) : entre la frontière régionale à Neerpede (Anderlecht) et Bruxelles-Sud (Forest/Saint-Gilles), le long de la ligne ferroviaire L50A.
C212 (Asse - Bruxelles) : entre la frontière régionale à Ganshoren et Bockstael à Laeken, le long de la ligne ferroviaire L60.
C216 (Machelen - Bruxelles) : entre la frontière régionale située à la chaussée de Haecht et le site Josaphat à Schaerbeek, le long de la ligne ferroviaire L26.
C223 (Bockstael - Bruxelles-Midi) : entre la station de métro Jacques Brel et Bruxelles-Midi.
L'étape suivante est l'étude de projet, dont l'objectif est de travailler aux détails de conception. Le projet d'aménagement finalisé est soumis à la procédure classique de permis d'urbanisme, avec une enquête publique. 3 tracés sont au stade de l'étude de projet, et plusieurs tronçons sont déjà passé à l'enquête publique.

CR1 :traversée du canal entre le quartier Masui et Bockstael, le long de la ligne ferroviaire L50.
C208 (Halle - Beersel - Bruxelles) : entre la frontière régionale à Uccle et le campus VUB/ULB (Etterbeek/Ixelles) le long de la ligne ferroviaire L26. Bruxelles Environnement étudie la faisabilité technique. Beliris reprendra le projet à partir de la demande de permis.
C223 (Bockstael - Bruxelles-Midi) : entre Bockstael (Laeken) et l’Ancienne gare de Cureghem (Anderlecht) le long de la ligne ferroviaire L28.
Carte des cyclostrades pilotées par Beliris:




Les liaisons interrégionales
L'agence Werkvennootschap est chargée de travailler sur une série de liaisons cyclables entre Bruxelles et la Flandre, dans le cadre des projets liés à l'optimisation du ring (Werken aan de ring) : quatre bras de Tervueren, liaison Haren-Vilvorde, le long de la E411 et de la E40…
Si le réseau RER-vélo relie Bruxelles à la périphérie flamande, la Wallonie est elle aussi concernée. Cinq corridors vélos ont été retenus par la Région wallonne pour relier Bruxelles.
Un premier existe d'ores et déjà, il s'agit du canal Bruxelles-Charleroi. Un deuxième fait pour l'instant l'objet de travaux le long de la L124 de la SNCB, avec une large piste cyclable sur quelques kilomètres entre Braine l'Alleud et Waterloo.

Les trois derniers corridors longent des routes régionales et sont actuellement à l'étude. Deux d'entre eux seront financés dans le cadre du plan de relance européen (13,7 millions €) : celui le long de la N4/E411 (réalisé pour 2023/24) et celui le long de la N275 (chaussée de la Hulpe). Ils avanceront donc plus vite que le troisième, le long de la N5 (chaussée de Waterloo).
https://www.gracq.org/GT-rer-velo